Ik weet het nog. De eerste keer dat één van mijn kinderen iets gooide om zijn boosheid te uiten. Hij was een jaar of anderhalf of twee en het was een stuk duplo. Als een straaljager raasde het blok op het glazen kastje af. Ik hield mijn adem in….

Toen ik weer uitademde realiseerde ik het me: het was niet het glas geweest waarom ik mijn adem in had gehouden. Het was mijn gedachte over mijn kind geweest. In een split second had het door mijn hoofd geschoten: ‘o nee hè, dit kan niet waar zijn: dat mijn kind spullen gaat gooien als hij boos is. Zo beschamend, zo ongecontroleerd! Dat moest ik gaan indammen! Het mocht nooit meer gebeuren!’.

Stemmetje

Ik liet me zakken in de zitzak die we toen nog in de woonkamer hadden staan. En ik zat. Ik zat weer tot mezelf te komen. Hoe kon het dat ik deze gedachte had? En was ik het er eigenlijk wel mee eens? Was die gedachte eigenlijk wel van mijzelf? En toen realiseerde ik het: het was een stemmetje van vroeger, een stem van één van mijn ouders. Het was De Eeuwenoude Familiemoraal die mij dit had ingefluisterd, vol schaamte en afschuw over mijn kind.

De Eeuwenoude Familiemoraal

Mijn kind was ondertussen zijn boosheid kwijt en scharrelde weer vrolijk door het huis. Ik zette een kop thee en liet me weer in de zitzak zakken. En onderzocht: wat vond IK er eigenlijk van? Ik ontdekte wat De Eeuwenoude Familiemoraal met mij had gedaan als kind. Boos zijn uiten, mocht bij mij thuis eigenlijk niet. Gooien of slaan al helemaal niet, dan zwaaide er wat. Maar ook boos voelen en boos praten kon rekenen op een enorm veel gedoe: een soort stortvloed aan verwijten kwam dan over me heen. Waardoor ik me slecht voelde en nog verdrietiger werd dan ik al was. Om me hiertegen te wapenen, nam ik mezelf voor dat ik maar beter niet boos kon worden. Dat leek me slimmer. Toen. Later in mijn leven werd ik een ster in diplomatie. Want boosheid ten volle zien, kon ik nog steeds niet. Laat staan dat ik het zelf mocht zijn. Nee, ik moest redelijk zijn. Te allen tijde. Want boos zijn wilde ik een ander niet aandoen. Ik wilde niet zijn zoals mijn ouder. Het had me teveel pijn gedaan in mijn jeugd.

Redelijk

Maar wat gebeurde er toen ik kinderen had? In mijn poging om redelijk te zijn, niet boos te zijn, niet te zijn zoals mijn ouder, werd ik natuurlijk wel gewoon -zoals iedereen- regelmatig boos. En daar werd ik dan weer boos over op mezelf. En daar deed ik mee, wat ik altijd had gedaan: dat sloeg ik vanbinnen op…

Tenen

En nu had ik dus een kind dat een ster was in het fysiek uiten van boosheid. Als een soort open boek waar je aan ieder deel van het lichaam kon aflezen, hoe hij zich voelt. Als hij verdrietig was, zag je dat al aan zijn achterkant. Als hij bang was, trilde zijn hele lijf. En als hij boos was, kwam dat uit zijn tenen: met het enorme geweld dat boze energie in je lichaam opbouwt.

Geschenk

En toen ik daar zo zat, realiseerde ik wat voor geschenk hij eigenlijk was. Hij gaf mij de kans om eindelijk op een gezonde manier met boosheid te leren omgaan. Hij liet me zien, wat het uiten van boosheid een mens kan brengen: dat er weer ruimte ontstaat voor balans en innerlijke rust.

Voelen

Hij liet me zien dat de relatie met een ander niet ophoudt te bestaan, als je een keer goed boos wordt. Ik keek naar mijn kind. En ik realiseerde me dat ik hem nu al de weg gunde, die ik nog moest gaan: het leren voelen en kanaliseren van boosheid. Dus leerde ik hem alleen wat veilig (de bank, een kussen) en niet veilig (gooien, iemand slaan) was als hij boos werd.

Wat als …

Ik vond mijn besluit spannend. Want wat als hij boos zou worden in het bijzijn van anderen? Wat zouden die er dan van vinden als ze hem zouden zien slaan op de bank? En wat als het altijd zo bleef? Dat hij altijd zijn boosheid fysiek op iets zou moeten uiten?

De juiste weg

Toch voelde ik dat dit de juiste weg was. De andere kant (het afkeuren of zelf boos worden) was geen optie. Dat had ik ervaren in mijn jeugd. Dus deed ik wat voor mij totaal vreemd was: de boosheid er laten zijn. Weet je wat er gebeurde? De boosheid kwam minder vaak én duurde minder lang. En als het kwam, dan kon hij het prima aan. Binnen een mum van tijd, stond er weer een vrolijk jongetje voor me.

Masker

We zijn nu tien jaar verder en inmiddels heb ik me ook professioneel gezien in booszijn verdiept. Over hoe je het beste met boosheid van een kind om kan gaan. Maar vooral over wat boosheid eigenlijk maskeert. Bij onszelf en bij je kind. Dat is meer en diverser dan ik dacht en jij waarschijnlijk ook denkt. Het vraagt steeds om iets anders van jou als ouder.

Wil jij jouw boze kind helpen?

Heb jij ook een kind dat boos is? En wil jij weten wat er achter de boosheid van je kind zit? Zodat je je kind kan helpen weer blij en gelukkig te zijn? Of wil jij ook bij jouzelf ontrafelen wat jouw trigger is, als je kind boos wordt? Ik help je graag.

 

      leonie