Weet jij nog toen je nog geen kind(eren) had en anderen al wel? Dat je steeds dacht: ‘zo zou ik het ook doen’ of juist: ‘dit ga ik echt niet zo aanpakken’. Bijvoorbeeld als een moeder ogenschijnlijk om niks uit haar slof schoot tegen haar kind. Of als een vader begon te schreeuwen als een kind niet luisterde. ‘Nee’, dacht ik, ‘dat gaat ons niet gebeuren’. Wij zouden altijd rustig blijven tegen onze kinderen, want dat waren we tegen onze collega’s toch ook?!

Utopie

Dacht jij vroeger ook zo? Dan weet je nu, dat het natuurlijk een utopie was. Want al die andere ouders hadden echt ook het beste met hun kind voor. Net als jij en net als wij. Altijd consequent en altijd rustig blijven lukt nu eenmaal niet. En dat is oké, want we zijn àllemaal mens. Niet alleen je kind wordt geraakt door jouw woorden, jouw toon en jouw gedrag. Maar ook jij voelt je geraakt door de woorden, de toon en het gedrag van jouw kind. En juist omdat je zoveel van je kind houdt, kan jij je het snelst en het meest geraakt voelen als je kind iets wel of niet doet. Of wel of niet zegt 😉.

Natuurlijk word je boos

We hebben het allemaal: een zere plek als een rode knop of een achilleshiel in ons lichaam. En als je kind daar figuurlijk op drukt, dan ontstaat er een soort kortsluiting bij je. Dan reageer je meteen. Het voelt alsof je er geen controle over hebt. Dat je niet anders kan dan meteen reageren. Het voelt alsof je er geen grip op hebt, hoezeer je ook zou willen. Je baalt er meteen van, want je had anders willen reageren. En je schaamt je misschien wel: dit is toch niet de ouder die je had willen zijn?

De persoon in jou

Hoe kan dat dan? Dat je anders wíl reageren, maar dat het niet lukt. Dat je toch weer kortaf doet, schreeuwt of boos wordt? Het verschil zit hem in de rol: je voelt je door je kind geraakt in je persoon. En dat deel in jou reageert bot of boos. Het is een deel van vroeger die jij met je meedraagt. Een nare ervaring, of een overtuiging (van je ouders) is de basis geweest. Zoals: ‘een kind moet altijd luisteren naar zijn ouders’, of ‘ik moet de baas zijn, anders heb ik geen gezag’. Of: ‘als ik dit toelaat, dan ben ik een slechte moeder’. Om te voorkomen dat al die overtuigingen waarheid worden, bescherm je jezelf. Er staat dan een ‘verdediger’ in je op die bot of boos doet of gaat schreeuwen. Alles om dat nare gevoel wat je als persoon voelt als je denkt dat je (bijvoorbeeld) een slechte moeder bent, te maskeren.

De ouder in jou

‘Mooi is dat’ hoor ik je denken. ‘Hoe los ik dat op?’. Het goede nieuws is, dat jij als persoon geen kinderen hoeft op te voeden. Dat is de ouder in jou. In de rol van ouder, weet je wat helpend is voor je kind en jezelf. In de rol van ouder heb je bot, boos en geschreeuw niet nodig om met je kind te communiceren. In de rol van ouder weet je wat je wil en voel je de rust om dat met je kind te bespreken. Net zolang totdat die het begrijpt.

Hoe vind je de ouder in jezelf?

‘Tja’, zul je misschien zeggen, ‘die ouder in mij herken ik wel op de rustige momenten, maar als die rode knop wordt ingedrukt, dan kan ik hem nergens vinden’. Helemaal begrijpelijk. Maar hoe kom je dan in je ouderrol?

1.        Sta ’s ochtends al op met de gedachte dat je uit verschillende delen bestaat
Neem je voor om bij je kind steeds vanuit je ouderdeel te reageren. De ouder die weet wat helpend is voor het kind. Dan is de kans kleiner dat je in je persoon geraakt voelt.

2.       Gun jezelf mildheid na een uitbarsting van jezelf
Veroordeel jezelf niet, maar erken voor jezelf dat je iemand bent die soms bot of boos doet of schreeuwt. Net zoals iedereen. Hiermee haal je de lading er bij jezelf af, waardoor je ontspannender de rest van je dag doorkomt. En de kans voor jezelf verkleint, dat je nogmaals zo reageert.

3.       Ga na iedere uitbarsting van jezelf na
Welke gedachte had je als eerste nadat de rode knop in je afging omdat je kind iets (niet) zei of deed? Hoe kom je aan die gedachte? Van wie heb je dat geleerd? En hoe komt het dat je gelooft dat dat waar is? Wat zou er gebeuren als je niet meer in die gedachte gelooft? Wat is daar zo lastig aan? Vaak kom je er dan achter dat je irreële angsten hebt. Bijvoorbeeld dat je kind ziek wordt, als het zijn of haar bord niet leeg eet. Vaak blijkt er dan nog meer bij de ouder als persoon onder te zitten. Bijvoorbeeld de gedachte van jou als persoon dat je geen goede ouder bent, als je je kind niet toch het bord laat leegeten. Als je je diepste gevoel en gedachte kunt achterhalen, dan kun je die ook naast je neerleggen. Omdat je als ouder wel weet dat je kind met wat minder avondeten óók gezond kan blijven op een andere manier. En omdat je als ouder wéét dat het pushen om te eten niet tot een oplossing leidt: anders had het immers al geholpen!

      leonie

 

NB: Vind je het lastig te achterhalen wat er achter jouw rode knoppen zit? Ik kan je daarbij begeleiden. Neem contact met mij op.