‘mam, hoe werkt de magnetron ook alweer?’
Het is tegen zessen als een van mijn zoons me belt. Hij is bezig met dag 1 van Home Alone. Eergisteren hebben de kinderen de eerste aflevering van deze nieuwe realityserie gezien op SBS6: zes kinderen van tussen de 9 en 11 jaar gaan een paar dagen ‘op zichzelf’ wonen in een groot huis zonder volwassenen. Dus lekker laat naar bed, eten bestellen, maar ook schoonmaken, geld uittellen, met elkaar onderhandelen en er samen uitkomen. Dàt wilden mijn kids ook wel! En wel meteen!
Dus toog ik gisteren naar het huis van mijn schoonouders die een paar dagen weg zijn. En kwam mijn man na zijn werk daar ook naar toe. De hele dag had ik niets gehoord…. tot tegen zessen. De telefoon ging en ik zag dat het een van mijn jongens was. Nieuwsgierig naar wat hij te zeggen had, nam ik op. ‘Mam, hoe werkt de magnetron ook alweer?’. En blij als ik was dat ik van waarde kon zijn na een dag radiostilte, begon ik vrolijk uit te leggen hoe de magnetron werkt: welke knoppen hij moet draaien, welke standen hij moest instellen en dat hij vooral niet moest vergeten om het rooster eruit te halen. Als ik een paar minuten later neerleg, denk ik ineens: ‘Shoot! Hij weet eigenlijk hartstikke goed hoe de magnetron werkt! Hij wilde toch zelfstandig zijn en zelf alles regelen? Nu had ik alles voorgekauwd!´
En dat is wat veel ouders overkomt: je kind stelt een vraag of iets mag, bijvoorbeeld iets drinken of iets meenemen … en voor je het weet heb je niet alleen antwoord gegeven, maar heb je je kind ook al geholpen door het voor hem of haar te doen: drinken ingeschonken, tas ingepakt of spullen opgeruimd. Nou ja, helpen: het is de vraag of ik mijn kinderen heb geholpen door ze te vertellen hoe de magnetron werkte. Ja, ze voelden zich blij, want het ding ging aan. Maar stel je nu eens voor hoe ze zich hadden gevoeld als ik geen antwoord had gegeven, maar een vraag had gesteld. Bijvoorbeeld: hoe denk je dat je het moet doen? En stel hij had verteld wat hij dacht … wat natuurlijk goed was geweest …. Hoe was zijn gevoel dàn geweest? Reken maar dat hij zich dan fantastisch had gevoeld: he-le-maal zelluf gedaan!
Dus eigenlijk heb ik hem helemaal niet geholpen, eigenlijk heb ik hem een kans ontnomen om te leren doorzetten, te vertrouwen op zichzelf, om te groeien in eigenwaarde! En last but not least … ik heb ik hem zeker niet gestimuleerd om het een volgende keer zelf op te lossen. Echt niet? Echt niet: nog geen tien minuten later hingen ze weer aan de lijn … what’s app video dit keer … of we mozzarella hadden…. een gemaksvraag, want als ze al gezocht hadden dan hadden ze het al gevonden wist ik…. Dit keer heb ik vragen gesteld en ja hoor, de antwoorden wisten ze zelf … ‘Bedankt mama’ zeiden ze, waarop ik antwoordde: ‘bedank jezelf, want ik heb jullie geen enkel antwoord gegeven, jullie wisten zelf al hoe je achter het antwoord kon komen’. Met een enorme big smile en een trotse blik in hun ogen, hingen ze op. Ik heb ze de hele avond -en vandaag- niet meer gehoord.
Wil jij je eigen kind ook meer zelfvertrouwen geven? Stel dan ook vragen in plaats van antwoorden te geven. En maak het jezelf extra makkelijk: ga lekker op de bank zitten met dat goede boek dat al maanden op je nachtkastje ligt en bescherm jezelf tegen het ik-los-het-wel-even-voor-je-op-virus dat al zolang in je zit. Het virus dat maakt dat je niet alleen antwoorden geeft, maar ook nog in de actie-modus schiet en tóch zelf in die koelkast gaat helpen zoeken naar die mozzarella. Of die magnetron instelt. Of dat drinken voor ze inschenkt, terwijl ze alleen maar hadden gevraagd of ze drinken mochten. Of … ze hadden niet eens een vraag gesteld, maar gewoon geroepen dat ze dorst hadden…
Ze kunnen het écht zelf. Geef je kind de kans om eigenaarschap te ontwikkelen, te leren doorzetten en zelf oplossingen te vinden. Want alleen als je kind zelf iets overwint of creëert vergroot zijn zelfvertrouwen: het heet namelijk niet voor niets zelf-vertrouwen: op jezelf vertrouwen! JIJ kan ze geen zelfvertrouwen geven, je partner niet, de juf op school niet, de coach niet. Zelfvertrouwen bouw je op in jezelf. Wél kun je je kind steunen, stimuleren om op zichzelf te gaan vertrouwen. Door hem of haar aan te moedigen, hem jouw vertrouwen te schenken, eigenlijk jouw geloof in hem of haar. En dat doe je door de juiste vragen te stellen en er te zijn voor het gevoel van je kind!
Hoe doe je dat dan eigenlijk? De juiste vragen stellen en ‘er zijn’? Je bent er voor je kind als je zijn onzekere of misschien wel verontwaardigde gevoel ziet en er liefdevol mee omgaat door het te benoemen en er begrip voor te hebben. Daarmee erken je je kind en troost je je kind: het is ok! De juiste vragen zijn vervolgens vragen die je kind aan het denken zet en hem of haar uitnodigt zelf oplossingen te verzinnen. Open vragen dus.
Klinkt het nog steeds een beetje vaag? Lees dan het voorbeeld hieronder.
Kind: mam, hebben we nog mozzarella?
Jij: dat denk ik wel.
<zeg eens eerlijk: was je normaal gesproken nu al naar de koelkast gelopen om zelf te gaan zoeken? Omdat je het zelf niet zeker weet of je het in huis hebt? Of omdat je het gevoel hebt dat de echte vraag van je kind is ‘mam, kun jij even mozzarella regelen?’. Doe het niet, loop naar de bank, pak dat boek en ga zitten lezen. En zeg dus alleen de wat je denkt. In dit voorbeeld is dat: ik denk van wel. En wacht de reactie af!! >
Kind: weet je het of denk je het?
Jij: ik weet het niet zeker. Hoe kun jij het wel zeker te weten komen?
Kind: door in de koelkast te kijken!
<blijf zitten op die bank!>
Jij: Inderdaad, zo kun jij erachter komen!
Kind: ik kan het niet vinden!
<Stop! Weersta de neiging om nu op te staan! Je kind vraagt je niets, er is alleen een mededeling. Je hoeft hier helemaal niet op te reageren. Je kunt wel het gevoel van je kind erkennen als je graag iets wil zeggen>.
Jij: Ach, dat is nou vervelend zeg! Je wil zo graag met mozzarella aan de slag en nu lukt het niet om het te vinden.
<stop hier als je durft en kijk wat er gebeurt. Wees niet verbaasd als je kind door jouw erkenning gewoon weer begint met zoeken. Als er toch weer een hulproep komt, dan zeg je:>
Jij: Ach, wat lukt er dan niet? Weet je niet hoe de mozzarella eruitziet of kun je niet achter de dingen op de voorste rijen kijken?
Kind: ik kan niet alles zien wat erin ligt!
Jij: O, dat is wel lastig ja. Want dan weet je niet of de mozzarella ergens achter ligt.
Wat zou je kunnen doen om toch alles te kunnen zien?
Kind: alles wat vooraan staat eruit halen!
Jij: Wist je al dat jij heel snel een oplossing kan bedenken?!
<waarschijnlijk gaat je kind nu een beetje mokkend aan de slag (want eigenlijk wilde hij of zij dat jij het even deed) maar is er binnen een minuut een antwoord.>
Bij Gevonden: Jij: Yes, dat heb je mooi zelf voor mekaar gekregen!
Bij Niet gevonden: Jij: Hè, wat jammer dat we geen mozzarella meer hebben. Zonder jouw goede gezoek had je dat nu niet geweten! Heb je nog een goed idee hoe je toch aan mozzarella kan komen?
Stel je je nu eens voor dat je dit zo had gedaan … languit liggend op die bank met dat lekkere boek…. wat zou dat relaxt zijn geweest: het probleem van je kind bij je kind gelaten …
Hoe anders zou dat gevoeld hebben dan … zelf opstaan, zelf de koelkast moeten in- en uitpakken … (en je kind die ondertussen alweer op zijn of haar mobieltje zit of iets anders aan het doen is….) …
Ik denk dat je je ok had gevoeld, maar niet relaxt, want waarschijnlijk was er niets meer van dat boek gekomen. Want voor je het wist, had je ook dat broodje met mozzarella voor je kind staan maken… of was je zelf naar de supermarkt gegaan om die mozzarella te halen …
Ik weet het, het is best spannend om het anders te gaan doen. Misschien heb je wel het gevoel dat je je kind dan aan het lijntje houdt. En dat je kind het je je kwalijk neemt, dat je niet meteen in de actiestand schiet zoals altijd. En toch … waarschijnlijk gaat het heel natuurlijk: mijn kids hadden nog steeds het gevoel dat ik hen had geholpen met de mozzarella vinden, terwijl ik geen ENKEL antwoord had gegeven. Ik kreeg er zelfs een bedankje voor! En waarom zouden mijn kids anders zijn dan de jouwe?
Gun het jezelf. Een dag lang experimenteren. Experimenteren met niet reageren als je kind iets meldt (ik heb honger). Alleen te reageren bij een vraag. Of als je het juist moeilijk vindt niet te reageren op een stelling, zeg dan een vertaalvraag: ‘ah je hebt honger en wilt iets te eten! Hoe kun je dat regelen voor jezelf?‘. Doe waar je je goed bij voelt en hou vol! Een dagje maar. Je zal versteld staan!
Ik hoor graag hoe het ging! Deel je reactie hieronder of op een manier die jij fijn vindt. Heb je eerst nog meer hulp nodig? Neem dan contact met me op!
Groet, Leonie