Het was een paar jaar geleden en Sven, mijn man, had net onze kinderen naar bed gebracht. Ik liep naar boven om hen ook nog even een kus te geven. En altijd als ik dan zo die trap op loop, bedenk ik me bij wie ik de dag ervoor als eerste was geweest. En dan kies ik dus de ander.

Ik knuffelde mijn ene zoon en liep naar daarna naar de ander. Ik ging op de rand van zijn bed zitten. Hij keek me aan en zei: ‘mam, je gaat altijd eerst naar hem’. Ik moest mijn tong afbijten om niet te gaan verdedigen. Te zeggen dat ik het om en om doe. En als dat nu misschien een keer niet zo was, dat altijd eerst naar zijn broer in ieder geval niet waar kon zijn. Ik slikte mijn woorden in en zei: ‘Jij wil dat ik als eerste naar jou kom’. Zijn gezicht klaarde op en hij strekte zijn armen naar me uit voor een knuffel. Ik was zóóó blij dat ik niet mijn eerste impuls had gevolgd. En ik weet niet wie die knuffel nu meer nodig had: hij of ik 😉. ‘Morgen kom ik als eerst naar jou’ zei ik. En hij lachte. ‘Want jij bent net zo belangrijk voor mij als je broer’.

De dagen erna wisselden we de bezoekjes steeds af, net als daarvoor. Maar met het verschil dat we steeds benoemden als ik eerst bij hem was. Of dat ik eerst naar zijn broer was gegaan omdat hij gisteren eerst was geweest. Dat ging een korte tijd zo door. Totdat hij op een dag zei: ‘mam, kun je altijd als laatste komen? Want dan kunnen we nog wat langer praten, want dan hoef je niet nog naar hem’. Toen wist ik dat het weer goed zat: hij kon weer voelen welke keuze hij zélf wilde maken. Hij had weer grip op zijn eigen leven.

Herken je dit?
Herken je die momenten? De momenten dat je kind zegt ‘mam, je luistert nooit naar me!’ of: ‘Als we praten tijdens de les, krijgt iedereen op z’n kop van de juf, behalve Doris’.

Met emotie valt niet te praten: let op de signaalwoorden

Het zijn lastige situaties: je kind zit middenin zijn emotie, dat kun je herkennen aan de signaalwoorden ‘nooit’, ‘altijd’, ‘niemand’ en ‘iedereen’. Het zijn generalisaties en overdrijvingen die door de emotie als waarheid voor je kind voelen. Daarom heeft het geen zin om een inhoudelijk gesprek met je kind aan te gaan of het klopt wat je kind zegt. Je wakkert de emotie nog meer aan. Denk maar eens terug aan een ruzietje die je vast wel eens met je partner hebt gehad en je waarschijnlijk iets hebt gezegd als ‘jij doet ook nooit iets in huis!’. Was dat een redelijke uitspraak? En kon je partner toen een goed gesprek met je voeren … 😉.

Vast niet en dat is niet alleen logisch, maar ook heel gezond en natuurlijk: als je in je emotie zit, dan wordt vooral dat deel van de hersenen aangesproken dat we het zoogdierenbrein noemen. Daar zit emotieverwerking en herinneringen. Het logisch kunnen nadenken en redeneren (basis voor een gesprek) zit vooral in een ànder deel van onze hersenen: de neocortex.

De neocortex is bij kinderen nog volop in ontwikkeling en de verbindingen tussen de neocortex en de andere hersendelen zelfs nog tot het 24e jaar! Niet verwonderlijk dus dat onze kinderen meer moeite hebben met het emotieregulatie. En dus meer tijd nodig hebben om uit de emotie te komen. 

Benoem de behoefte

Kinderen kunnen dus hulp gebruiken om uit de emotie te komen. Dit kan je doen door erkenning te geven op de behoefte die onder hun uitspraak ligt. In het geval van mijn kind: ‘ik wil vaker eerst’. En in het geval van de ruziënde partners: ‘ik heb hulp van je nodig, het wordt me teveel’. Benoem dat dus en geef je kind even de tijd om die informatie te verwerken. En je zal zien dat de emotie minder wordt en je je kind misschien ook wel uit zichzelf hoort zeggen ‘nou ja, het was natuurlijk niet altijd zo, maar wel vaak’. Dan heb je ‘echte’ kind of partner weer ‘aan de lijn’.

Dieperliggende boodschap

Nu je kind er weer is als zijn ‘zelf’, kun je ook nagaan of er niet een andere, diepere boodschap is. Want vaak staat zo’n moment niet op zichzelf. Vaak zitten kinderen in een periode dat ze even wat meer persoonlijke aandacht nodig hebben dan normaal. Bijvoorbeeld omdat ze iets in hun leven spannend vinden (Sinterklaasperiode, toetsperiode, afzwemmen, selectietrainingen). En alles wat je aandacht geeft, groeit. Probeer dus wat vaker 1-op-1 aandacht te geven aan je kind. Dat kan door samen een dag op stap te gaan, maar het kan ook al in vijf minuten. Hierbij wat ideeën voor qualitytime met je kind:

Weinig extra tijd
  1. Kijk eens vijf minuten mee tijdens het gamen of tv-kijken van je kind. Vraag naar wat hij of zij er zo leuk aan vindt, hoe hij of zij zo snel heeft leren besturen, wat het volgende doel is.
  2. Neem bij het slapengaan de dag door: wat was het leukste moment, wat vond je een moeilijk moment, waar ben je trots op van jezelf
  3. Laat je kind je helpen bij het koken en stel de vragen van hierboven
  4. Laat je kind het eten uitkiezen en ga samen boodschappen doen.
  5. Lees samen een hoofdstuk uit een strip of boek. Om de beurt een bladzijde
Een beetje meer extra tijd:
  1. Stel je kind voor om een half uur samen iets te doen en laat je kind kiezen wat.
  2. Doe een spelletje samen
  3. Maak een tekening. Laat je kind het onderwerp bepalen en geniet van het proces.
  4. Maak samen een wandeling, ga naar de speeltuin of samen sporten: doe mee
  5. Trek erop écht uit: laat je kind een uitje kiezen om samen te doen en plan dagdeel vrij
  6. Schrijf je in voor een leuke ouder-kind workshop.

 

Veel plezier samen!

 

leonie

 

PS: wil je meer weten of je kind uitleggen hoe onze hersenen en emoties werken? Dan is het boek ‘Hersenen en emoties in beeld’ een aanrader. Vol prachtige illustraties en herkenbare alledaagse voorbeelden. En als je beter begrijpt, dan heb je meer begrip!

Meer weten of hulp bij de tips? Neem contact met me op.