‘Volgens mij ben jij ontzettend moe. Klopt dat?’. Ze schrok zichtbaar en keek me strak aan. Alsof ze betrapt was op iets dat ze niet mocht zijn. ‘Hier kan alles’ zei ik bemoedigend tegen haar. En toen begon ze te praten. Over dat ze zo’n heerlijke vakantie had gehad. Ze had veel leuke dingen gedaan. Ze was veel weg geweest. In geuren en kleuren vertelde ze wat ze allemaal had beleefd. Het was supergeweldig geweest.

Kletsen 

Haar supergeweldige vakantie eindigde eigenlijk niet. Want gisteravond was er ook nog een feestje van vrienden van papa en mama. Nou ja, ook van een vriendinnetje van haar. Maar die was niet jarig geweest. Ze zouden niet blijven eten, maar toen toch wel. Dat was wel even moeilijk, want dat hadden ze niet gezegd. Het eten was wel lekker. Daarna wilde ze naar huis. Al die mensen en drukte. Het was nu wel genoeg. Ze zouden ook gaan, had haar moeder gezegd. Maar het schoot maar niet op. Haar ouders bleven steeds weer ergens kletsen. En toen ze eindelijk in de auto zat, mocht ze niet slapen. En ze wilde zo graag…

Alles stom

En dan vandaag. Vandaag was alles stom gegaan. Ze was met gym gebotst en had nu nog een zere knie. En in de pauze had haar beste vriendinnetje niet met haar willen spelen en daardoor hadden ze bijna ruzie gekregen. Bij Taal was de uitleg niet duidelijk geweest en toen ze bij Rekenen eigenlijk niet wist wat ze moest doen, moest ze bijna huilen …

Traan

Een traan gleed nu écht over haar wangen. Ik had met dit kind te doen. Ze was gewoon óp. Na een mooie vakantie met veel nieuwe indrukken, na een te late avond gisteren, na een lange schooldag én bso, was ze leeg. En nu zat ze ook nog bij mij en wilde ze hard werken aan haar ontwikkelvraag. Dus terwijl haar hoofd wel wilde en misschien ook wel vond dat ze dat ‘moest’ van haarzelf, sprak haar lichaam anders. Haar lichaam liet haar gapen. Eén gaap is nog geen vermoeidheid, daar doe ik dan ook niets mee. Maar een tweede is een indicatie en een derde een patroon.

Allerliefste

‘Wat zou jij nu het allerliefste willen?’ vroeg ik haar. Zelfs voor kinderen is dat een moeilijke vraag. Ook zij zijn al zo gevormd door de sociale normen en waarden, dat ook zij vaak moeilijk bij hun eigen gevoel kunnen komen. Het sociaal wenselijke antwoord, het beleefdheids-antwoord ‘doorgaan’ ligt al bijna klaar in hun mond. Ze bleef me aankijken en zei niets. ‘Alles kan’, moedigde ik haar weer aan. ‘Liggen!’ zei ze toen meteen. En dat is wat ze deed. Ze ging liggen op de bank die ik in mijn praktijk heb, trok het dekentje over haar heen dat daar altijd ligt. En zuchtte diep.

Naar jezelf luisteren

Ik ging elders in de ruimte zitten en liet haar. Het ging mij erom dat zij kon ervaren dat ze eigen keuzes kan en mag maken. Altijd en bij iedereen. En kon ervaren wat het met haar deed, nu ze naar zichzelf had geluisterd. Want wat goed is voor jezelf, is ook goed voor de ander. Zo ook in dit geval: na 20 minuten stond ze ineens op. ‘Wat doe je?’ vroeg ze verbaast aan mij en vervolgens: ‘Ik wil verder gaan’. En ondanks dat we nog maar 20 minuten van de sessie over hadden, zette ze die dag grote stappen in haar ontwikkelproces. Want ze was er weer.

  

     leonie

 

 P.S. Gun je jouw kind ook zijn of haar eigen ontwikkelproces? Dat kan natuurlijk! Neem dan contact met me op voor een gratis kennismaking.